• testament


    Huibertje Santbergen


    Juidische strijd om nalatenschap oom / voogd

    Oude Cornelis Pieterszoon Decker had twee zussen (Marijtje en Trijntje) en twee broers (Jonge Cornelis en Mattheus) Op 5-10-1650 overleed de ongehuwde Oude Cornelis Pieterszoon Decker te Voorhout.

    De universele erfgenamen waren de naaste familieleden: zijn broer Matheus en diens kinderen Pancras, Hubertje, Anna, Leentje en Maartje, zijn zuster Maartje en haar man Aalbrecht Hendriksz (kinderloos) en de kinderen van zijn overleden broer Jonge Cornelis Jan en Engeltje en de kinderen van zijn overleden zuster Trijntje Hubrecht, Anna en Pietertje.

    [N.A. Leiden, inv. nr. 404] Te verdelen zouden zijn :

  • een boerderij,
  • drie percelen land (waaronder de Lange Margen uit het bezit van zijn vader),
  • een drietal obligaties ten laste van het Gemene land van Holland en West Friesland (tot een bedrag van 4000 gulden)
  • een rentebrief van 60 gulden per jaar, gehypothekeerd op de Loostercamp van Cornelis Reijersz.

    Voor zijn nichten Anna Matheus (dochter van zijn broer Matheus) en Anna Maartens (dochter van zijn overleden zus Trijntje) had de oude Cornelis elk een lijfrente van 25 gulden gekocht. Zijn beste mantel was voor Leendert Leendertszoon van Leeuwen (de man van Anna Mattheus) en de rest van zijn kleding was voor zijn broer Matheus.

    Op 25-11-1650 getuigen Cornelis Hendricxzn uit Schiedam en Maritgen Pieters Decker uit Voorhout (zus van de Oude Cornelis) op verzoek van de zoon en twee schoonzonen van Trijntje Pieters Decker, dat de Oude Cornelis enkele dagen voor zijn overlijden tegenover hen had verklaard, dat Leendert Leendertszoon van Leeuwen, gehuwd met Anna, de dochter van Matheus Pieters Decker, hem 50 gulden schuldig was [N.A. Leiden, inv. nr. 404, nr. 301]

    Toen Leendert van Leeuwen via de schepenbank van Voorhout van de nichten en neef (Hubrecht, Anna en Pietertje) van zijn vrouw de lijfrentebrief opeiste, die de Oude Cornelis voor zijn vrouw Anna Mattheus had gekocht, stelden dezen als tegeneis de inbreng van de geleende 50 gulden in de nagelaten boedel en bevrijding van eventuele financiele gevolgen van borgtocht, die de erflater voor de kinderen van Matheus Pietersz Decker had gedaan. [R.A. Voorhout inv. nr. 29 f. 94]

    Het ene proces na het andere volgde, sommige duurden jaren. Alle nichten en neven bemoeiden zich er mee.[R.A. Voorhout, inv. nr. 29, dd 16-2-1651 en inv. nr. 30, losse akte] [R.A. Voorhout, inv. nr. 23, dd 18-3-1660, losse akte]

    Zelfs na 35 jaar (op 6-11-1687) legden Jan en Engeltje (op verzoek van Anna Maartens en de kinderen van Hubert) nog een verklaring af. Zij getuigden onder meer dat hun oom de Oude Cornelis op 5 October 1650, dus de dag waarop hij zijn tweede testament had gemaakt, was overleden. [N.A. Leiden, inv. nr. 1356, nr. 121]


    De Oude Cornelis was voogd geweest over de kinderen van zijn broer (jonge Cornelis Pieters Decker) en voogd over de kinderen van zijn zus (Trijntje Pieters Decker)







  • 1650


    Terug naar Voormoeders

  • BRON: ZANDBERGEN AFGEGRAVEN, Genealogie van de familie Zandbergen afkomstig van de Zuidhollandse kuststreek door J.B. Glasbergen, C. Zandbergen - Bakker, H.J. Zandbergen, H. Zandbergen, M.J.P. Zandbergen